Historie Harderwijk

Het avontuurlijke

en (soms) waargebeurde verhaal van de kapitein, de Stad en Loft Harderwijk

Ergens diep in de middeleeuwen, in de tijd van jonkvrouwen, kastelen en ridderduels, was er een aantal slimme vertegenwoordigers van verschillende steden dat broedde op een plan. Nog ver voordat Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen grote havens bezaten, nog voordat “Eendracht maakt macht” de wapenspreuk van de Republiek der Nederlanden werd. Een plan om piraten te verslaan en een plan om rijk en welvarend te worden. 

Samen staan we sterker, samen zijn we machtiger en veiliger, samen zijn we het Hanzenetwerk. 

 

De handel over zee en over land floreerde en ons stadje Harderwijk maakte dankbaar gebruik van de strategische ligging aan het water. Een glorieuze tijd breekt aan. Harderwijk wordt een bedrijvig stadje vol handel en welvaart. Wat kan er nog misgaan? 

Er ging lange tijd van alles goed, maar toen goed mis en Harderwijk kwam terecht in roerige tijden. Met de komst van de VOC verplaatste de handel zich naar de randstad. De stad aan de Zuiderzee bleek niet alleen een zegen. Stormen op zee leidden tot overstromingen, waarin velen de verdrinkingsdood vonden. Anderen kwamen om in de vlammen van de stadsbranden die de stad teisterden in de zestiende eeuw. Een tactische plek aan zee, maakte ons het mikpunt van zeeslagen en bezettingen. De Bourgondiërs, de Fransen. We hebben ze allemaal aan onze kades gehad. 

En toen kwam de pest. De stad bezet door angst en de zwarte deken van besmetting en ziekte. Een vijand die pas zichtbaar werd als het al te laat was. Het verleden is niet altijd makkelijk geweest, maar het heeft de stad gemaakt tot wat hij nu is. Ondanks al de tegenslag is Harderwijk nooit ten onder gegaan. 

De bloeitijd van de Universiteit van Harderwijk heeft niet de minste geleerden afgeleverd.  Herman Boerhaave, Carolus Linnaeus en de ontdekker van Paaseiland Jacob Roggeveen. Ik wil niet opscheppen, maar ik bedoel, het zijn niet de minste namen. 

 

 

Tijdens al mijn jaren op zee heb ik meerdere schepen geleid. De visserij was mijn brood en het was een gouden handel. En al die jaren was Harderwijk mijn plek om bij te komen. In de herberg was het fijn om vaste grond onder de voeten te hebben. Geen storm, niet het klapperen van de zeilen. 

Maar ‘s nachts in mijn dromen voelde ik nog het deinen van de zee. Het verraderlijke, kolkende water, waar ik tegelijkertijd ook zo van hield. 

Het was in 1932 dat ik besloot voet aan wal te zetten en mijn zeebenen voorgoed rust te geven. Wie had ooit gedacht dat het mogelijk was om een zee af te sluiten? Gekkenwerk. Maar het is mooi geweest. Zout werd zoet. Het tij is gekeerd. De stad is nu gezellig, bourgondisch en hip. Hebben we dat dan toch te danken aan die Bourgondiërs? 

De visserij was niet onverdienstelijk en ik heb een perfecte plek gevonden om op mijn lauweren te rusten en tegelijkertijd iets terug te geven aan de Harderwijkers en zijn bezoekers. 

Daar waar de loft nu staat, was precies de plek waar ik veel jaren geleden voet aan wal zette. Ik besloot er mijn thuishaven te bouwen en jouw plek van huis.

Een plek voorzien van alle luxe die een oude zeevaarder als ik wel kan gebruiken. Een plek waar mensen verwend worden, tot rust kunnen komen tijdens de woelige golven van het leven. Waar ze even samen kunnen zijn met hun geliefden. 

Harderwijk is nu een stad voor watersportliefhebbers. Voor surfers en suppers, voor kapiteins in spé, voor avonturiers voor een dag of langer. Voor levensgenieters die zich graag laten verwennen. 

En het water? Dat hoef ik nooit te missen, want waar ik ook ben in mijn loft, altijd zie ik het kolkende water door de hoge ramen. En als ik door het stadje struin, dan herinneren de koopmanshuizen, de stadsmuur en de smalle straatjes met de keien mij aan toen. De Vischpoort, De Grote Kerk, Het Stadsmuseum, de Vischmarkt en de haven van Harderwijk aan de brede boulevard. Terug naar de tijd dat een groepje slimme kooplieden en vertegenwoordigers besloten: samen zijn we sterker.